Heb je inspiratie? Plan een brainstorm in! Dit is een overleg waarin je met zijn allen plannen gaat verzinnen. Bedenk zoveel mogelijk ideeën. Hoe meer ideeën, hoe beter de brainstorm. Je hoeft niet direct na te denken over hoe goed de plannen zijn. Probeer dus pas na de brainstorm te kijken hoe goed de ideeën eigenlijk zijn. Ideeën mogen zo wild mogelijk zijn. Een beetje chaos is in de brainstorm juist goed.

Waar begin je?

Weet je niet waar je moet beginnen? Lees dan de introductie voor plannen maken of bespreek de uitkomsten van de activiteiten die je hebt ondernomen om inspiratie te krijgen. Zijn daar interessante dingen uitgekomen die jullie zouden kunnen oppakken? Zijn er problemen waarvan jullie niet wisten dat ze er waren? Ga per probleem of idee aan de slag en bedenk er een vraag bij.

Voorbeeld:
Bij de gesprekken met medeleerlingen zei iemand: “We komen altijd te laat na gym, eigenlijk hebben we niet genoeg tijd om ons om te kleden”. In de brainstorm kun je hiervoor de vraag: “Hoe zorgen we ervoor dat we geen te-laat-briefje hoeven te halen bij gym?” stellen.

Pak nu per probleem een groot vel papier en beantwoord de volgende twee vragen:

• Hoe kunnen we het probleem oplossen? Schrijf de ideeën op. Als je niet zo gauw oplossingen kunt bedenken, ga dan omdenken. Hoe zou je het probleem nog erger kunnen maken? Pak dan de dingen die het probleem groter maken en bedenk hoe deze weggewerkt kunnen worden.
  Bijvoorbeeld: nog kortere tijd tussen gym en andere lessen, gym geven in een gymzaal nog verder weg van de school, geen ruimte waar je om kunt kleden etc.
• Hoe kunnen we het probleem leuker maken maken? Schrijf de ideeën op.

Klaar met brainstormen?

Als je helemaal uit gebrainstormd bent is het tijd om te kijken welke ideeën je gaat uitvoeren. Kijk met de hele leerlingenraad naar alle ideeën op de grote vellen. Probeer ongeveer 5 plannen te kiezen die voor alle leerlingen leuk zijn. Je hebt namelijk maar weinig tijd in een jaar om alles uit te voeren. Daarom kun je het beste kiezen voor de belangrijkste plannen. Je kunt beter vijf plannen goed uitvoeren dan tien half uitvoeren.

Zijn de plannen goede plannen?

Wil je weten of de plannen die jullie bedacht hebben goed zijn? Vul het werkblad ‘De Goede Plannen Thermometer’ in.