Verander je schoolregels met de 4 A’s!

De rechten en plichten van leerlingen vind je in het leerlingenstatuut. Elke school moet zo’n document hebben en het moet vindbaar zijn voor de leerlingen. Ben je het niet eens met een regel in het leerlingenstatuut en heb je het plan om deze regel te veranderen? Bereid je dan goed voor. De geheugensteuntjes (de 4 A’s) hieronder kunnen je daarbij helpen.

1. Alle leerlingen

We kunnen het niet vaak genoeg zeggen. Als leerlingenraad vertegenwoordig je alle leerlingen. Dus moet je ervoor zorgen dat de meerderheid van de leerlingen het met je eens is. Zorg ervoor dat je in het gesprek met de directeur cijfers kunt noemen: de directeur kan moeilijk weigeren als alle leerlingen iets willen.

2. Argumenten

Waarom is deze regel er? Probeer daar achter te komen en alle argumenten vanuit de school te weten te komen. Voorbeeld van een regel die je wilt veranderen: het is druk in de kantine, daarom willen jullie pauze kunnen houden in de gangen.

Volg de volgende punten:

• Zet jouw argumenten op een rij: hele sterke argumenten volgen de denkwijzen van de tegenpartij.
  Voorbeeld: de directie wil niet dat er allemaal leerlingen door de gangen heen lopen, die vervolgens troep achterlaten. Ook wil ze toezicht kunnen houden, zonder dat er meer docenten nodig zijn. Daarom moeten de leerlingen in de kantine blijven.
• Bedenk tegenargumenten: denk hierbij vanuit de belangen van de tegenpartij. Ben je vergeten wat de tegenpartij ook alweer belangrijk vindt? Bekijk dan  ‘de introductie’.
  Voorbeeld: door de huidige drukte ontstaan er snel ruzies. Dit zorgt niet voor een veilige sfeer. Om te voorkomen dat er geen toezicht meer is, willen we als leerlingen helpen. Bovenbouwleerlingen kunnen af en toe toezicht houden op de gangen, zodat daar geen extra docenten voor nodig zijn.
• Voorspel de argumenten van de directie: probeer te bedenken wat ze gaan zeggen en zorg ervoor dat je een tegenargument hebt.
  Voorbeeld: de directie bekijkt jullie plan voor pauzes in de gangen en toezicht door bovenbouwleerlingen. Ze vraagt zich af hoeveel ouderejaars dit zouden willen doen. Jullie hebben je voorbereid en aan de ouderejaars gevraagd of ze dit willen. De bovenbouwleerlingen zijn enthousiast

3. Agenderen

Zorg ervoor dat de beslissingsmakers jouw idee bespreken. Vraag de leerlingen in de medezeggenschapsraad of ze het idee daar willen bespreken. Zo laat je zien dat je het serieus meent.

4. Actie

Als je het idee op de agenda hebt gezet, kun je ook een leuke actie verzinnen. Zo zorg je ervoor dat de achterban weet dat jullie met de regels bezig zijn. Ook zorg je ervoor dat de volwassenen op de school zich bewust worden van het probleem. Een goede actie houdt rekening met de volgende punten:

• Zij is ludiek! Een goede actie mag best grappig of raar zijn.
• Zij schaadt andere niet: als anderen in de school veel last hebben door jouw actie vermindert dat de steun voor jouw plannen.
• Zij is informatief: Een goede actie zorgt ervoor dat direct duidelijk is waarom de actie er is. Maak het dus niet te ingewikkeld.
  Voorbeeld: De soepautomaat is verdwenen uit de school. De school is namelijk een gezonde school en in de kant en klare soep zat veel suiker. De leerlingen balen, want zij genoten erg van de soepjes uit de soepautomaat. Daarom maken zij posters met gezonde soeprecepten en hangen deze door de hele school op om te pleiten voor een nieuwe gezonde soepvoorziening.

Voor dit informatieblad hebben we inspiratie opgedaan bij onze vrienden van de Vlaamse Scholierenkoepel