Om een aantal problemen en frustraties van Nederlandse scholieren weg te nemen, is het wenselijk het curriculum te actualiseren. Dat stelt het LAKS na een representatief onderzoek onder jongeren om te kijken of zij zaken missen in hun huidige onderwijsprogramma. “Daarin zien we veel bevestigd van wat we ook al in onze tweejaarlijkse LAKS-monitor zagen. We horen nu te vaak dat scholieren ongemotiveerd zijn en niet weten waarvoor ze dingen leren. Nieuwe en eigentijdse vakinhoud zou onderdeel kunnen zijn van de oplossing.”, aldus Pieter Lossie, voorzitter van het LAKS. Wat hem betreft worden de voorstellen van de ontwikkelteams van het project Curriculum.nu, die morgen worden gepresenteerd, aangegrepen om scholieren meer de kennis en vaardigheden aan te leren waar zij zelf om vragen.
Nederlandse scholen en scholieren zijn heel verschillend. Toch ziet het LAKS dat ze vaak met dezelfde vragen worstelen. Het gaat daarbij vooral om de vraag waar ze het voor doen. De LAKS-monitor van 2018 wees uit dat maar iets meer dan de helft van de scholieren in Nederland positief is over hoeveel zin lessen en lesstof hebben. “Je ziet dat scholieren vooral voor het cijfer op de toets leren en het grotere plaatje missen. Tegelijkertijd geven ze aan veel meer aandacht voor de praktijk en voor actualiteit te willen.” Uit de LAKS-monitor blijkt dat slechts 38% positief oordeelt over de hoeveelheid praktijk in de lessen en slechts 26% over de aansluiting met de praktijk.
Nieuw representatief onderzoek in opdracht van het LAKS bevestigt dit beeld en wijst uit dat veel scholieren meer handvatten willen om zich als individu staande te houden en zich te verhouden tot de maatschappij. Lossie: “Experts hebben het dan over meer aandacht voor socialisatie en persoonsvorming als doel van het onderwijs. Dat uit zich bij scholieren heel concreet in een behoefte om bijvoorbeeld beter kritisch te leren denken en om manieren om hun studie en loopbaan beter uit te stippelen.” Volgens Lossie kan de herziening van Curriculum.nu door de prominente rol van bijvoorbeeld sociale vaardigheden en burgerschap aansluiten bij deze behoefte.
Het LAKS is te spreken over de manier waarop het proces van curriculum.nu is ingericht. Daarin zijn groepen docenten, met input en feedback van scholieren, gaan formuleren wat scholieren in verschillende zogenoemde leergebieden zouden moet weten en kunnen, waarbij ze uit zijn gegaan van een aantal ontwerpprincipes. Pieter Lossie zat namens het LAKS in de coördinatiegroep, die het proces aanstuurde, om daar de stem van de scholier te laten horen: “Het is goed dat mensen uit de praktijk aan zet zijn geweest en dat er echt is nagedacht is over het geven van betekenis aan het onderwijs.” Het LAKS vertrouwt voor de concrete inhoud op het professionele oordeel van docenten en de verdere uitwerking door curriculumexperts. Uit het representatieve van de scholierenorganisatie blijkt dat meer dan een derde van alle scholieren meer aandacht wil voor thema’s als technologie, digitale geletterdheid en LOB (loopbaanorriëntatie en –begeleiding). Het LAKS ziet deze thema’s prominent terug in de voorstellen van de ontwikkelteams en pleit voor stevige uitwerking en borging van deze onderwerpen in het vervolg van de actualisatie.
Het LAKS pleit voor intensieve betrokkenheid van scholieren bij de concrete invulling van het lesprogramma op scholen. De nu opgeleverde bouwstenen schetsen de kaders van het lesprogramma, maar uiteindelijk kunnen de scholen zelf accenten leggen. Zo kunnen ze ook de praktische zaken aanbieden waar scholieren regelmatig om vragen, zoals ehbo en mindfulness. Lossie: “Het idee is dat scholen daar ruimte voor krijgen. Dan moet je ook garanderen dat op schoolniveau scholieren een stem hebben in de invulling. Voor hen doen we het immers.” Volgens de LAKS-voorman verbetert het onderwijs alleen maar als er samen aan gewerkt wordt: “Dat hebben wij ook op landelijk niveau gedaan. Niet omdat we denken dat het actualiseren van het onderwijsprogramma alle problemen oplost. Maar wel omdat we in elk geval één doel dichterbij brengen: eigentijdse, relevante en betekenisvolle inhoud.”