Mobieltjes in het onderwijs. Een beproeving voor de docent of een toevoeging binnen het onderwijs? Een discussie die al een tijd binnen de politiek en de maatschappij speelt. Veel meningen en veel belangen, vooral van volwassenen. Ondanks dat dit een verhitte discussie is geworden, is dit ook echt ‘het’ probleem waar we in het onderwijs tegenaan lopen? Of is het een symptoom van een groter probleem?
Mobieltjes zijn onderdeel van de maatschappij waarin wij leven. Onze gehele maatschappij is op telefoongebruik ingericht. Logischerwijs wordt er van deze generatie verwacht dat ze om kunnen gaan met het gebruik van digitale middelen, dat zij nepnieuws leren herkennen en dat ze weten hoe alles zij online studiefinanciering en toeslagen aanvragen. Maar ook hoe zij hun belastingaangifte indienen. Dit is dan ook een van de redenen dat digitale geletterdheid een van de basisvaardigheden is en mobieltjes niet weg te denken zijn uit het klaslokaal
Binnen het onderwijs is flink geïnvesteerd in het digitaliseren van alles wat met de school te maken heeft. Roosters moet je online bekijken, het contact met docenten en ander onderwijspersoneel gaat via de mail, Magister en/of Teams. Je ouders kunnen je zelfs online volgen. Op sommige scholen is het zelfs zo dat kluisjes open en op slot gaan door het gebruik van mobiele telefoons. Kortom, het hele schoolsysteem is ingericht op het gebruik van mobiele telefoons.
Het gebruik van mobieltjes in de klas biedt juist een uitkomst voor het anders toetsen en testen of de lesstof is begrepen. Zo kun je gebruik maken van Kahoot!, maar ook andere programma’s die je kunt inzetten voor het formatief evalueren van de lesstof. Docenten kunnen zo op een laagdrempelige manier toetsen of leerlingen hun lesstof tot zover hebben begrepen en kunnen op basis hiervan het vervolg van hun lessen aanpassen. Een bijkomend voordeel hiervan is dat je als docent niet iedere leerling apart hoeft te evalueren, maar gewoon het programma het werk kan laten doen. Twee vliegen in een klap dus; minder werkdruk en een beter beeld van waar leerlingen staan, zonder de prestatiedruk te versterken.
Samengevat, mobieltjes verbieden op school gaat niets oplossen. Soms wordt er nog wel eens gezegd dat leerlingen wel iPads en/of laptops mogen gebruiken op school, maar op deze middelen kunnen leerlingen alles doen wat ze ook op hun mobiele telefoon doen. Het lijkt misschien alsof we ‘het’ probleem aan het oplossen zijn, maar eigenlijk doen we aan symptoombestrijding. Wat is volgens ons dan het grotere probleem? Leerlingen worden niet gemotiveerd en gestimuleerd door aan de ene kant het beleid van veel scholen, gericht op presteren en hoge cijfers halen, met weinig oog voor de persoonlijke vorming van leerlingen, en aan de andere kant de kwaliteit van de lessen van de docenten. Het stimuleren om te leren doe je niet door het verbieden of afpakken van mobieltjes. Als je als scholier ergens geen zin in hebt ga je wel iets anders doen, zoals vliegtuigjes vouwen of praten met elkaar. Ja mobieltjes kunnen afleidend zijn, maar als je duidelijke afspraken maakt – die per docent kunnen verschillen – zijn mobieltjes juist een aanvulling in het leven van de docent en scholier. Aan de ene kant zijn mobiele telefoons niet meer weg te denken, aan de andere kant kunnen ze juist zorgen voor een betere persoonlijke ontwikkeling. Dus: stop met het criminaliseren en start met reguleren en laten we onze ogen openen voor de echte problemen in het onderwijs!
Janouke van Meerveld – voorzitter LAKS 2022-2023