Waarom vragen we hier aandacht voor? Op school en in de klas kan het vaak voorkomen dat het vermogen van leerlingen wordt benoemd. Daarbij kun je denken aan de ‘slimme kinderen’, de leerlingen die slagen met cum laude of honours, leerlingen die mogen meedoen in plusklassen. Al deze onderscheidingen kunnen ervoor zorgen dat leerlingen zich minder goed voelen over hun eigen capaciteiten en vermogens als ze dit soort onderscheidingen niet krijgen. Elke leerling is ergens goed in en we moeten er daarom bewust van zijn welke capaciteiten we uitlichten. Vaak zijn dat de cognitieve vermogens. Dit vertaalt zich bijvoorbeeld ook naar een stereotypering als ‘pretpakket’ voor het profielpakket Cultuur & Maatschappij (C&M). Hoewel deze niet makkelijker is dan andere profielpakketten wordt dit wel vaak zo benoemd. Hetzelfde geldt voor het idee dat het knapper is om vwo te doen dan vmbo, terwijl het onderwijsrichtingen zijn met heel verschillende uitgangspunten en het een niet beter is dan het ander. Het is goed om bewust om te gaan met het aanbrengen van onderscheid, zowel in klassen als tussen onderwijsrichtingen. Bewust omgaan met typeringen van verschillende (groepen) leerlingen kan ons behoeden om in vooroordelen te vervallen. verwijzin het van leerli
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=