47 gender in de klas Waarom vragen we hier aandacht voor? Mensen kunnen zich identificeren als man, als vrouw of als non-binair en er zijn nog meer genderidentiteiten. Met een genderidentiteit bedoelen we hoe iemand zich voelt (identificeert). Soms wordt dit verwart met geslacht/sekse. Bij geslacht/sekse gaat het om de lichamelijke kenmerken waarmee je geboren wordt. Je geslacht/sekse hoeft niet overeen te komen met je genderidentiteit. Het is belangrijk om te erkennen dat genderidentiteit breder is dan alleen vrouw en man. Ondanks dat er verschillende genderidentiteiten zijn, wordt er nog vaak gesproken van jongens en meiden of mannen en vrouwen. In de klas zie je dit bijvoorbeeld terug in hoe leerlingen worden aangesproken, zoals “goedemorgen jongens en meiden”, of hoe groepjes worden gevormd: jongens tegen de meiden. Als we de klas blijven indelen in jongens en meiden, zorgt dat ervoor dat leerlingen die zich niet zo identificeren worden buitengesloten. Daarom is het beter om deze verdeling niet te gebruiken. Bij het maken van groepjes voor opdrachten kan je bijvoorbeeld de klas op alfabetische volgorde verdelen. Hetzelfde geldt voor het aanspreken van docenten. Vaak gebruiken leerlingen ‘meneer’ of ‘mevrouw’, terwijl dit niet voor iedereen passend is. Het tonen van respect voor iemands genderidentiteit kan je doen door ernaar te vragen. Bijvoorbeeld door te vertellen welke voornaamwoorden jij gebruikt en te vragen met welke voornaamwoorden zij willen worden aangesproken. Daarnaast zijn bepaalde voorzieningen op school nog niet inclusief voor alle genderidentiteiten, zoals toiletten en kleedkamers. Het is belangrijk om na te denken over manieren om deze ruimtes fijn te maken voor iedereen. Zo kunnen er bijvoorbeeld éénpersoons kleedhokjes en wc-hokjes gemaakt worden. Tips Door goedemorgen allemaal te zeggen in plaats van goedemorgen jongens en meiden, betrek je iedereen in de klas Oefen met verschillende voornaamwoorden in de klas. Bijvoorbeeld door opdrachten te maken met zinnen over hen en die in plaats van alleen met hij en zij. Zie bijvoorbeeld de opdrachten onder dit hoofdstuk. Als je opdrachten in groepjes maakt, verdeel de klas dan niet aan de hand van gender of geslacht. Ga met elkaar het gesprek aan over gender. Benadruk dat er meer genderidentiteiten zijn dan jongens en meiden en vraag eens aan leerlingen en/of docenten hoe zij zich identificeren. Let hierbij wel op dat er een veilige sfeer is en dat je iemand geen genderidentiteit ‘oplegt’. Gastlessen of lesmaterialen van www. gendi.nl kunnen hierbij helpen. Heb je vragen over seksuele geaardheid en/of genderidentiteit, of voel je als leerling of onderwijspersoneel onveilig op school en wil je daarover praten met iemand die daar ervaring mee heeft, dan kun je gratis terecht bij Het Regenboogloket en bij Genderpraatjes.
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=