LAKS

33 Waarom vragen we hier aandacht voor? In het vorige hoofdstuk benoemden we de term neurodivergentie al kort. Neurodivergentie is de overkoepelende term voor mensen wiens hersenen soms anders werken dan de maatschappelijke norm. Je kunt hierbij denken aan mensen met ADHD, autisme, dyslexie, dyscalculie, Gilles de la Tourette, (hoog)begaafdheid, persoonlijkheidsstoornissen en psychische aandoeningen. Omdat het schoolsysteem vaak nog niet goed is ingericht voor neurodivergente leerlingen, lopen ze vaker tegen problemen aan. Zoals in het vorige hoofdstuk beschreven is het belangrijk om met de leerlingen zelf te bespreken welke ondersteuning zij nodig hebben. Er zijn nog veel onterechte vooroordelen over neurodivergente leerlingen en de ondersteuning die zij nodig hebben. Zo wordt er bij hoogbegaafde leerlingen veel nadruk gelegd op de ‘uitzonderlijke intelligentie’ van de leerling, waardoor er minder begrip is voor wat deze leerling moeilijker vindt. Ook kunnen stereotype termen als moeilijke leerling veel schade aanrichten. Deze leerlingen zijn niet moeilijk, maar hebben een leerstijl waar scholen niet altijd op zijn ingericht. We merken dat leerlingen met neurodivergentie zoals ADHD, autisme of (hoog)begaafdheid vaak worden aangeduid als ‘bijzondere leerlingen’. En we horen de term dubbel-bijzondere leerlingen als het gaat om leerlingen die bijvoorbeeld (hoog) begaafd zijn en daarnaast dyslexie, adhd, autisme of een andere ondersteuningsbehoefte hebben. Dit vinden wij schadelijk aangezien je deze leerlingen zo met deze termen wegzet als ‘anders’. Daarom geven we hier ook weer aan: benoem zo specifiek mogelijk waar het om gaat. Is de leerling (hoog)begaafd en dyslectisch? Benoem dat dan. Is het (nog) niet duidelijk of de leerling neurodivergent is, hou het dan bij (extra) ondersteuningsbehoeften. neurodivergentie Tips Elke leerling is op diens eigen manier bijzonder. Een bijzondere of dubbel-bijzondere leerling is volgens ons niet de manier om leerlingen met neurodivergentie aan te duiden. Benoem dus, indien nodig, specifiek om welke ondersteuningsbehoefte het gaat. Lees je als docent, medeleerling of beleidsmaker in over de verschillende vormen van neurodivergentie, vooroordelen hierover en hoe je passende ondersteuning kunt bieden. Een stilteruimte op school kan fijn zijn voor (neurodivergente) leerlingen die last hebben van te veel prikkels of even tijd nodig hebben om tot rust te komen. Julia - Scholier “Laatst zei iemand over mijn ADHD: zulke labeltjes zijn gewoon excuusjes, iedereen is wel eens druk of kan zich niet concentreren. Ik klapte toen dicht, maar ik zou willen dat mijn ADHD alleen zorgde voor soms druk zijn en slechte concentratie. Helaas loop ik tegen meer aan dan dat”.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=