Met elk onderzoek dat wordt gedaan naar het welbevinden van jongeren/scholieren wordt het weer duidelijk: het is slecht gesteld met het (mentaal) welzijn van jongeren én het wordt steeds erger. Er is de afgelopen jaren, en zeker sinds de Covid-pandemie, veel aandacht voor het onderwerp mentaal welzijn. Ook het LAKS heeft het onderwerp stevig op de kaart gezet, met name als het gaat om de druk die leerlingen ervaren als gevolg van de toetscultuur. Ondanks de vele initiatieven die er zijn om het mentaal welzijn van scholieren te verbeteren, wordt er nog te weinig resultaat gemerkt. Het mentaal welzijn van jongeren moet een prioriteit worden in het onderwijs. Leerlingen kunnen alleen goed aan leren toekomen als zij zich goed voelen. Er zijn mogelijkheden om het mentaal welzijn van leerlingen een centrale plek te geven in het onderwijs. De Inspectie van het Onderwijs kan toezicht houden. Dat kan de Inspectie doen door bijvoorbeeld te kijken naar tevredenheidsonderzoeken, op scholen in gesprek te gaan met leerlingen, en bekijken wat de school biedt aan zorg en aandacht. Scholen moeten aandacht besteden aan het vertrouwensnetwerk op school. Als dat goed gebeurt, dan weten leerlingen altijd bij wie ze terechtkunnen als het niet zo goed gaat. Uit onderzoeken en gesprekken met leerlingen blijkt dat de toetscultuur in het onderwijs een van de belangrijkste factoren is in het verminderde welbevinden van leerlingen. Door de toetscultuur leven leerlingen van toets naar toets en zijn zij in het onderwijs meer bezig met zweten, weten, vergeten dan met hun persoonlijke ontwikkeling en hun vaardigheden. Dat zorgt voor veel stress bij jongeren en leidt ook tot minder plezier om naar te school te gaan. Het zou helpen als er in het onderwijs minder nadruk ligt op het behalen van (hoge) cijfers, en er meer ruimte komt voor formatieve evaluatie. De toetscultuur moet dus worden aangepakt, zodat leerlingen na deze cultuurverandering zonder stress naar school kunnen gaan. Bovendien is het huidige onderwijs vaak helaas geen onderwijs dat leerlingen motiveert en de ruimte geeft om zich te verdiepen in hun interesses. Leerlingen verdienen het om meer zeggenschap over hun eigen leerproces te krijgen en meer ruimte te krijgen voor hun interesses. Het onderwijs moet zo worden ingericht dat leerlingen kunnen meepraten over hun onderwijs en over het toets- en evaluatiebeleid op hun school, en op zo’n manier dat er meer ruimte ontstaat om te ontdekken en te onderzoeken. Dan kunnen leerlingen meer gaan werken vanuit hun intrinsieke motivatie om te leren en is er minder druk om dag in, dag uit te presteren. Door onderwijs anders in te richten en meer ruimte te maken in het onderwijs verbeteren we uiteindelijk het welbevinden van leerlingen. Welbevinden, motivatie e
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=