Maatschappelijk gevoelige onderwerpen bespreken in de klas

Gespreksleidraad voor leraren in het voortgezet onderwijs Soms doet een leerling een uitspraak die echt niet door de beugel kan. Omdat de uitspraak kwetsend is voor anderen, of discriminerend, buitensluitend of haatdragend. Dan wil je duidelijk maken dat dit niet kan: je stelt een norm. Tegelijkertijd wil je als leraar altijd in verbinding blijven met je leerling, omdat dit (de warme band tussen leraar en leerling) van groot belang is voor een sociaal veilig klasklimaat (Geerlings, J., Speelman, I. (2023, Juli)). Dit kun je als leraar realiseren door te werken met de competentie ‘begrenzen en uitnodigen’. Dit zijn twee verbonden vaardigheden; namelijk in één beweging een norm stellen (begrenzen) om vervolgens direct uit te nodigen (in verbinding blijven). Belangrijk hierbij is om je te realiseren dat je begrenst op taal en eventueel op (grensoverschrijdend) gedrag, maar dat je uitnodigt op de persoon. Een leerling heeft recht op een eigen mening en als leraar toon je interesse in deze mening: • Je begrenst op de vorm: dus je zegt welke zinnen, woorden of gedrag niet acceptabel zijn in een uitspraak of houding van een leerling. • Vervolgens schakel je meteen door naar uitnodigen op de persoon: ‘… en het idee dat je hierbij hebt is belangrijk en daar wil ik het graag met je over hebben …’. Op deze wijze reageren helpt de leerling op weg om te reflecteren op zijn/haar/ hun eigen formulering, opvattingen en gedragingen. Let op: het kan zijn dat de mening van de leerling indruist tegen alles waar jij als leraar voor staat. Dat kan lastig zijn, maar ook in de maatschappij zijn er verschillende meningen die geuit mogen worden. Dit is ook zo in de klas, mits ze aan bepaalde voorwaarden voldoen natuurlijk (niet uitsluiten, discrimineren et cetera.). Als leraar kun je hierin het verschil maken door deze mening er wel te laten zijn, en dus open te staan voor de ander. En vooral ook door dóór te vragen: Wat zit er achter de mening? Waarom vindt een leerling dit? Soms zijn we ons niet bewust van bepaalde vooroordelen. Het kan zijn dat jouw eigen opvattingen door bepaalde framing en berichtgevingen gekleurd zijn en/of door jouw omgeving zijn beïnvloed. Deze gedachten neem je vaak onbewust mee in een gesprek. Onderzoek daarom voorafgaand aan het gesprek jouw eigen opvattingen en probeer na te gaan in hoeverre die beïnvloed zijn en waardoor. Hierdoor creëer je een open en inclusievere houding tijdens het gesprek met je leerlingen. In lijn hiermee is het voor de veiligheid in het gesprek ook belangrijk dat je als leraar de rol van burgemeester aanneemt: je staat voor alle leerlingen in je klas. Leerlingen hoeven het niet met elkaar eens te zijn, maar het moet wel veilig zijn voor iedereen. Ook gelden voor iedereen dezelfde regels. 1.2.2 Begrenzen en uitnodigen Uit onderzoek weten we dat als je als leraar heldere normen vaststelt voor het gedrag in de klas en deze normen ook voorleeft en handhaaft, je bijdraagt aan positieve interacties in de klas, die het mogelijk maken om een constructieve dialoog te houden (Geerlings, J., Speelman, I. (2023, Juli)). • Wil je meer weten over begrenzen en uitnodigen of ermee oefenen? Volg dan gratis de e-learning Dialoog onder Druk van Stichting School & Veiligheid. De e-learning biedt concrete ondersteuning bij het voeren van lastige gesprekken. • Wil je een andere training volgen, bijvoorbeeld bij jou op school? Kijk voor een overzicht van nog meer trainingen rondom het voeren van lastige gesprekken op de website van het Expertisepunt Burgerschap . 7

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=