Maatschappelijk gevoelige onderwerpen bespreken in de klas

Gespreksleidraad voor leraren in het voortgezet onderwijs Feiten, misinformatie en desinformatie Binnen dit thema bestaat veel desinformatie. Denk bijvoorbeeld aan informatie over minderheidsgroeperingen. Wat kun je daar als leraar tegen inbrengen? • Benoem wanneer je een complottheorie ziet of hoort, dat dit een complottheorie is en dat het dus onzinnige informatie is (debunken). Welke complottheorieën er in omloop zijn lees je onder andere hier: • Antisemitische en antimoslimracistische complottheorieën: hoe voorkom je ze? | Movisie • Leg uit waarom zo’n complottheorie schadelijk is (bijvoorbeeld omdat het de rechten van mensen ter discussie stelt of omdat het mensen afschildert als ‘gevaarlijk’). • Leer leerlingen om zelf complottheorieën te herkennen, zodat ze hier ‘weerbaarder’ tegen worden (prebunken). Zie: • Zo herken je een complottheorie | Mediawijs Specifieke adviezen in de praktijk Hoe ga je om met stevige uitspraken van leerlingen binnen dit thema? • Racisme en discriminatie zitten soms ook in alledaagse taal. Er zijn heel veel verschillende woorden in omloop en dit blijft ook in ontwikkeling. Leer de juiste woorden en termen te gebruiken en neem je leerlingen hierin mee. Verdiep je eens in alle verschillende begrippen en hun betekenissen. Zie bijvoorbeeld: • Zwartwerken, zwartrijden, maar een wit voetje halen? | KIS • Accepteer geen discriminerende of racistische uitspraken. Leg uit waarom een opmerking kwetsend, discriminerend of racistisch is en begrens. Hiervoor kun je altijd terugvallen op Artikel 1 of op de schoolregels. Hierbij is het belangrijk om de uitspraak goed in te schatten: • Is het een grap? Leg het uit en vraag aan de leerling een ander woord te gebruiken. • Is het uit onwetendheid of angst? Vraag door om te achterhalen welke behoefte van de leerling hierachter zit. Afhankelijk van wat erachter zit kun je daarop inspelen. • Vermijd gesprekken of discussies waarin oordelen worden uitgelokt over minderheden. Vragen zoals ‘Hoe denken jullie over homoseksualiteit?’ kunnen een podium geven aan discriminerende opmerkingen of het idee dat zulke meningen normaal zijn. • Probeer een vooroordeel niet rationeel te weerleggen. Het benoemen van stereotypen versterkt ze juist, ook als ze daarna worden weerlegd. Zie bijvoorbeeld: • Het thema discriminatie behandelen? Tips voor docenten | KIS • Vooroordelen verminderen: zo doe je dat | KIS 16

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=