62 • Voor wat hoort wat Het “voor wat hoort wat” principe kan ook een manier zijn om iemand jouw voorstel te laten steunen. Zeker in de MR, waar je met je instemmingsrecht echt een verschil kan maken, is het soms voordelig om de ander zijn zin te geven in ruil voor wat jij wilt. Een voorbeeld: leerlingen willen wel eens wat anders dan broodjes kaas en salades in de kantine. Na een enquête blijken frikadelbroodjes en hamburgers het populairst te zijn. De ouders in de oudergeleding vinden dat geen goed idee, zij zien liever dat roken verboden wordt op school. Ineens heb je een geniale ingeving: je stelt voor dat je best wil instemmen met een rookverbod, als zij dan instemmen met de lekkere broodjes in de kantine. De ouders zien in dat roken ongezonder is dan frikandelbroodjes, en gaan akkoord. Hoppa, frikandel in je mik! • Foot-in-the-door Veel mensen zal dit bekend voorkomen: op een treinstation krijg je zomaar een gratis tijdschrift in je handen gedrukt. En wie zegt er nou nee tegen een gratis tijdschrift? Maar hierna volgen al snel een paar vragen, en voor je het weet loop je weg met een abonnement van 50 euro per jaar. In dit soort gevallen wordt slim gebruik gemaakt van de foot-in-the-door strategie. Foot in the door, in het Nederlands «voet tussen de deur», roept een beeld op van een deur-tot-deur verkoper die weet dat in de meeste gevallen de deur meteen weer dicht gegooid wordt. Om tóch zijn verkooppraatje te kunnen houden zet de verkoper dus snel zijn voet in de deuropening. De deur dicht gooien gaat niet meer, de arme bewoner wordt dus gedwongen het praatje van de verkoper aan te horen. In een gesprek kan je dit trucje ook inzetten, en daar hoef je helemaal geen pijnlijke voet aan over te houden.
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=