26 Instemmingsrecht (artikel 10 & 14) Het instemmingsrecht betekent dat de MR of een bepaalde geleding moet instemmen met een voorstel van het bevoegd gezag, anders gaat het niet door. Het instemmingsrecht is dus een soort vetorecht. Als de MR of een geleding niet met een voorstel instemt, dan moet het bestuur het voorstel aanpassen of gaan onderhandelen met de raad, totdat je het met elkaar eens bent. Word je het niet eens, maar wil het bestuur toch het besluit doorvoeren, dan moeten ze een geschil aanspannen. Meer over geschillen lees je in hoofdstuk 4 op pagina 64 en verderop in dit hoofdstuk. Lees dat vooral goed door; want als er sprake is van een geschil, zijn de rapen zeer gaar en moet je weten wat er aan de hand is. Het instemmingsrecht is het sterkste wettelijke hulpmiddel dat je als leerling in de MR hebt: als jij (namens je medescholieren) en de personeels- en oudergeleding iets niet willen (waar je instemmingsrecht over hebt), dan gebeurt het ook niet! Hiernaast geven we een overzicht van de belangrijkste onderwerpen waarop, volgens de wet, instemmingsrecht van de MR van toepassing is. Meer over geschillen lees je in hoofdstuk 4 op pagina 109
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=