180 artikel 29 Wat voor overtreding de leerling ook heeft begaan, de strafbevoegdheid ligt uitsluitend bij de schoolleiding. Mochten er conflicten ontstaan tussen leerling(en) en docent(en) of onderwijsondersteunend personeel, dan is/zijn deze slechts bevoegd tot het verwijderen van de leerling(en) uit een bepaalde ruimte (bijvoorbeeld lokaal) en door te sturen naar de schoolleiding. Deze kan dan beslissen of er al dan niet een sanctie aan de leerling wordt opgelegd. Deze bepaling, die op het eerste gezicht misschien wel absurd lijkt, is opgenomen om te voorkomen dat er met verschillende maten wordt gemeten. Op het moment van de overtreding spelen emoties een zeer grote rol, welke hun doorslag zullen vinden in de bepaling van de strafmaat. Daarom is gekozen voor de schoolleiding die de straffen bepaalt; zij staat neutraler tegenover het conflict dan de betrokken partijen, en kan, doordat zij alle straffen bepaalt, een gelijke lijn trekken in de bepaling van de strafmaat. artikel 30 Bij de uitvoering van dit artikel zal waarschijnlijk enige onduidelijkheid kunnen ontstaan over de termen ‘een zekere verhouding’ en ‘met de mogelijkheden van de leerlingen rekening gehouden worden’. Daarom is het verstandig dan een toevoeging bij het artikel te maken. Ook kan de medezeggenschapsraad de schoolleiding verzoeken een ‘strafboek’ samen te stellen, zodat ook op school met meerdere conrectoren de straffen bij dezelfde overtreding hetzelfde zijn.
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=