157 Regels over de school als organisatie en gebouw 16. Toelating. 16.1. Het schoolbestuur stelt op voorstel van de schoolleiding tweejaarlijks de criteria vast op grond waarvan een aspirantleerling kan worden toegelaten tot de school, tot een bepaalde schoolafdeling en tot een bepaald leerjaar. De medezeggenschapsraad mag adviseren hoe het toelatingsbeleid van de school eruit zou moeten zien. 16.2. De vaststelling dient binnen een half schooljaar na vaststelling van het leerlingenstatuut te geschieden. 16.3. Het schoolbestuur stelt een toelatingscommissie samen die het schoolbestuur adviseert over de toelating van aspirantleerlingen. Deze commissie kan ook een beslissingsbevoegdheid worden toegekend. 16.4. De schoolleiding draagt zorg voor voldoende informatie over de gang van zaken op school aan de aspirantleerling en zijn/haar ouders. 16.5. Als een aspirantleerling niet wordt toegelaten, dan geeft het schoolbestuur de gronden waarop deze beslissing is gebaseerd. 16.6. De aspirantleerling en de ouders kunnen bij het schoolbestuur vragen om een herziening van deze beslissing.
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=