LAKS

154 10.8. Een proefwerk mag alleen de behandelde lesstof bevatten die vijf schooldagen tevoren is afgerond. Er dient een redelijke verhouding te bestaan tussen de leerstof en het proefwerk. De vorm van het proefwerk moet tevoren duidelijk zijn. 10.9. De docent moet de uitslag van een proefwerk of overhoring binnen vijf schooldagen bekend maken. Een proefwerk wordt altijd besproken in de les. Een proefwerk of overhoring die voortbouwt op een vorig proefwerk of overhoring kan slechts worden afgenomen als het vorige proefwerk of overhoring is besproken en de cijfers bekend zijn. 10.10. Een leerling heeft het recht op inzage in een eerder gemaakte toets. 10.11. De normen van de beoordeling van een toetsing worden door de docent van te voren meegedeeld en zonodig toegelicht. 10.12. Wie het niet eens is met de beoordeling van een toetsing, tekent eerst bezwaar aan bij de docent. 10.13. Is de reactie van de docent niet bevredigend, dan kan de beoordeling aan de geschillen- of examencommissie van de school worden voorgelegd. 10.14. De leerling die met een voor de docent of schoolleiding aanvaardbare reden niet heeft deelgenomen aan een toetsing heeft recht alsnog aan de toetsing deel te nemen.

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=