138 Artikel 12. Instemmingsbevoegdheid personeelsdeel medezeggenschapsraad MR P O/L O L Het bevoegd gezag behoeft de vooraf- gaande instemming van het deel van de medezeggenschapsraad dat uit en door het personeel is gekozen, voor elk door het bevoegd gezag te nemen besluit met betrekking tot de volgende aangelegenheden: regeling van de gevolgen voor het personeel van een besluit met betrekking tot een aangelegenheid als bedoeld in artikel 10 onder i, of artikel 11 onder c, d, e en m; I vaststelling of wijziging van de samenstelling van de formatie; I vaststelling of wijziging van regels met betrekking tot de nascholing van het personeel; I vaststelling of wijziging van een mogelijk werkreglement voor het personeel en van de opzet en de inrichting van het werkoverleg, voor zover het besluit van algemene gelding is voor alle of een gehele categorie van personeelsleden; I vaststelling of wijziging van de verlofregeling van het personeel; I vaststelling of wijziging van een arbeids- en rusttijdenregeling van het personeel; I vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot de toekenning van salarissen, toelagen en gratificaties aan het personeel; I vaststelling of wijziging van de taakverdeling respectievelijk de taakbelasting binnen het personeel, de schoolleiding daaronder niet begrepen; I vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot personeelsbeoordeling, functiebeloning en functiedi erentiatie; I
RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=